klassenmanagement
mandala's
poëzieversjes
safarispel
|
Safarispel
Enige jaren geleden heb ik kennis gemaakt met het
safarispel. Dit is een spel dat geschikt is voor de bovenbouw en
waarmee je een dagdeel kunt vullen. Het spel is heel geschikt om
bijvoorbeeld de verjaardag van de juf of meneer te vieren, maar het is
ook bruikbaar tijdens kampen.
In de loop der jaren heb ik het spel aangepast, omdat ik de spelregels
van het origineel wat onduidelijk vond. Ik heb de regels vereenvoudigd
en nieuwe opdrachten toegevoegd. De opdrachten bij het spel zijn voor
een deel gebaseerd op de opdrachten van het originele spel. De overige
opdrachten zijn bedacht door mijzelf en verschillende collega's met wie
ik het spel heb uitgevoerd.
Ik heb het spel inmiddels op 3 locaties gespeeld; buiten
in
een park, in een gymzaal en in een klaslokaal. Als ik het
spel in
een klaslokaal speel, laat ik de kinderen voor een aantal opdrachten
naar buiten gaan.
Het spel is het leukst als de kinderen echt de ruimte hebben. Het
liefst ergens waar wat begroeiing is, maar ook veel open ruimte. Een
park is dus het meest geschikt. Als het weer tegenzit, kun je het spel
ook binnen spelen. Sommige opdrachten vervallen dan, maar andere zijn
juist meer geschikt om binnen te doen dan buiten.
Bij dit spel is twee begeleiders een absoluut minimum. Het is veel
prettiger om drie of vier begeleiders hebt, omdat je dan veel meer
persoonlijke tijd en aandacht aan de kinderen kunt geven.
Het
spel in het kort
Het doel van het spel is: bouw een safaripark. Om dit doel te bereiken
moeten de kinderen geld verdienen. Dit doen zij door opdrachten uit te
voeren. Met het verdiende geld kunnen ze dieren kopen.
Het begin: de klas wordt verdeeld in vier groepjes. Elke groep krijgt
een "startkapitaal". Er is een centrale post, waar het spelbord staat.
Elk groepje heeft een pion op het bord. Om beurten gooien de kinderen
de dobbelsteen. Ze kunnen op verschillende velden terecht komen.
opdrachtveld Het groepje
krijgt een kaartje met daarop een opdracht. De kinderen voeren de
opdracht zo goed mogelijk uit. Een opdracht die goed wordt uitgevoerd,
levert geld op. Er mag pas weer met de dobbelsteen geworpen worden, als
de opdracht is uitgevoerd.
koopvelden en vangvelden
Als de pion op één van deze velden komt, kunnen
de kinderen een dier kopen. Op de koopvelden betalen ze meer voor een
dier dan op een vangveld. Zodra er een dier is gekocht, of als de groep
niet wil (of kan) kopen, dan mogen ze weer gooien.
boetevelden Wanneer de pion
op een boeteveld komt, moet de groep geld betalen. Na het betalen van
de boete mogen ze weer verder.
Het einde: er zijn verschillende eindes mogelijk. Speel door tot een
bepaalde tijd, tot alle dieren verkocht zijn of tot een groepje blut
is. De winnaar is de groep met het grootste safaripark, of het mooiste
safaripark. Dit spreek je van te voren af.
Deze uitleg is zeer kort. Om het spel goed te begrijpen
en te kunnen spelen, is het noodzakelijk de handleiding te lezen.
Aanpassingen
Het spel zoals ik het nu uitgewerkt heb, past goed bij het niveau van
groep 5 en 6. Wanneer je het gaat spelen, doe je er goed aan de
opdrachtkaartjes eens kritisch door te lezen. Misschien is het nodig
kaartjes aan te passen aan de situatie, of om kaartjes weg te laten. Je
kunt natuurlijk altijd extra opdrachten verzinnen. (Als je nieuwe
opdrachten verzint, en je vindt het leuk om deze ideeën met
andere te delen, laat het dan weten. Ik zal de opdrachten dan toevoegen
aan het spel.) Je kunt het spel moeilijker maken door de kinderen
minder startkapitaal te geven en/of de dieren duurder te maken. Je kunt
kiezen of je kinderen geld elke ronde geld geeft (net als bij
monopolie) of dat ze alleen geld kunnen verdienen door het uitvoeren
van opdrachten. Het spelbord gaat uit van vier groepjes. Als je een
grote klas hebt (of kleinere groepjes wilt) kun je heel makkelijk zelf
een spelbord maken met meer dan vier safariparken.
Het spel
De basis van het spel download je hier.
Verder heb je vrij veel materialen nodig. Deze materialen zullen in de
regel op school te vinden zijn. Op de eerste bladzijde van de
handleiding, vind je een lijst met benodigdheden.
Je hebt in ieder geval nodig:
de handleiding
het
spelbord
de
opdrachtkaartjes
speelgeld
(Mocht je dit zelf niet hebben.)
Bij enkele opdrachten heb je wat extra materiaal nodig. Als je deze
opdrachten wilt weglaten, heb je de extra downloads uiteraard niet
nodig.
doolhoven
(opdracht 44)
dierenfoto's
(opdracht 45)
kopieerblad
knopen (opdracht 46)
puzzel
(opdracht 47)
Tips
om de feestvreugde te vergroten:
Probeer de
traktaties af te stemmen op het onderwerp. Denk aan koekjes of chips in
diervorm. Als je de kinderen in een knutselles (op de dag zelf of
daarvoor al) een knapzakje laat maken, kun je ze een
"overlevingspakket" meegeven.
Versier de klas
met foto's van wilde dieren en hang gele, groene en bruine slingers op.
(Nog beter: laat de klas versieren.)
Vraag de
leerlingen en de hulpouders of ze in stijl gekleed willen komen, dus
kleding met camouflagekleuren. (Dit kan natuurlijk ook gewoon een
bruine broek met een groen T-shirt zijn.)
|